Geert Wilders heeft besloten na 11 maanden de stekker uit het kabinet-Schoof te trekken. In een periode dat de heersende klasse nood heeft aan een sterke regering die de militaire uitgaven opschroeft en bezuinigt op de rest, brengt dit meer instabiliteit en onzekerheid in de Nederlandse situatie.
Het kabinet-Schoof was geen ‘normaal’ kabinet. Topambtenaar Dick Schoof, een man van het kapitalistische staatsapparaat, leidde een coalitie van burgerlijk rechtse partijen en rechts-demagogische partijen die constant met elkaar overhoop lagen. De ruzies waren niet slechts het gevolg van ‘incompetentie’, ‘egoïsme’ en dergelijke (hoewel dit zeker meespeelde), maar van het feit dat de Nederlandse heersende klasse enerzijds besparingen op sociale uitgaven eist en anderzijds verhoogde militaire uitgaven – iets waar de rechtse demagogen niet op afgerekend wilden worden.
Deze rechtse demagogische partijen kregen stemmen op basis van beloften om de ‘gewone hardwerkende Nederlander’ te dienen, maar dat was zuivere demagogie. Allemaal steunen ze een systeem dat de werkende klasse uitbuit en eronder houdt. Om hiervan af te leiden richten ze zich op hysterische wijze op ‘law and order’, asiel en migratie, e.d. Het is immers gemakkelijker om ‘buitenlanders’ de schuld voor de woningnood te geven dan het gehele private systeem van de woningmarkt, dat op winst gericht is.
Nu met het kabinet-Schoof werden de demagogen gedwongen om te laten zien dat ze niet fundamenteel anders zijn dan de partijen uit de kabinetten-Rutte. Om te compenseren voor de aanvallen op de werkende klasse, wilde de PVV laten zien dat ze ‘asiel en migratie’ zou aanpakken – d.w.z., een racistische aanval op de rechten van asielzoekers uitvoeren om de rest van de werkers de illusie te geven dat dit hen vooruit zou helpen.
De partijen waren wel degelijk overeengekomen om de rechten van asielzoekers en vluchtelingen in te perken en meer repressieve maatregelen in te voeren. Zoals met alles van dit kabinet verliep het door interne verdeeldheid traag. Wilders zag de PVV al dalen in de peilingen en vreesde dat hij straks voornamelijk geassocieerd zou worden met impopulaire maatregelen. Daarnaast was er frictie met de andere partijen in het kabinet, vooral met de meer ‘mainstream’ burgerlijke vleugel rond VVD-NSC en Schoof zelf. De toezeggingen van Schoof voor militaire steun aan Oekraïne en de (zeer kleine) verschuiving van de lijn rond Israël waren tegen het zere been van Wilders.
Wilders maakte aldus de gok om het kabinet te laten instorten, door als grootste partij eerst een ultimatum te stellen aan de rest rond een ‘tienpuntenplan’ bestaande uit meer anti-asielzoekersmaatregelen. Toen de rest dit niet geheel en al wilde aannemen, verliet hij de regering. Het is overduidelijk dat dit van tevoren gepland was. De rest wilde niet doorregeren als incompetent minderheidskabinet en GL-PvdA hadden ook geen trek om een rechts kabinet in stand te houden waarvan de partijen bij de verkiezingen gedecimeerd zou worden.
Er is veel woede bij de politici van VVD, NSC en BBB. De VVD is hierin uiterst hypocriet, want zij deed precies hetzelfde toen het kabinet-Rutte IV liet klappen over… migratie. NSC en BBB zijn vooral boos dat zij geen kans meer hebben om zich te bewijzen en bij de volgende verkiezingen waarschijnlijk zo goed als weggevaagd worden. BBB heeft enkel het stikstofbeleid van het vorige kabinet geschrapt om er niets voor in de plaats te zetten, waardoor de boeren waarvoor zij beweert op te komen enkel nog meer onzekerheid hebben. NSC zonder Omtzigt is helemaal een lege huls. We zullen veel NSC- en BBB-politici zien die de komende periode als ratten hun zinkende schepen gaan verlaten.
Deze kabinetsval komt de heersende klasse niet goed uit. Zij heeft juist behoefte aan een sterke regering die de militarisering voortzet en bezuinigingen op andere domeinen doorvoert. Nu is het demissionair premier Schoof die de NAVO-top mag voortzetten. De kabinetsval is echter geen toevalligheid, maar een uitdrukking van een diepere crisis van het Nederlands kapitalisme, dat het misschien in vergelijking met andere landen beter doet, maar een reeks problemen heeft die niet worden opgelost en kunnen worden opgelost.
Er zullen later dit jaar zeker nieuwe verkiezingen komen. Wilders zal proberen de PVV nog groter te maken, maar of dat lukt valt nog te zien. Deze manoeuvre was een grote gok en heeft zijn kiezers verdeeld. Niettemin blijft Wilders een basis behouden van ‘anti-establishment’ kiezers, zolang die niet door een toekomstig klassenalternatief gewonnen worden.
Aan de andere kant zullen VVD en CDA zich als ‘redelijk rechts’ proberen af te schilderen en GL-PvdA zich als ‘de grootste progressieve kracht’ en het ‘minste kwaad’. Waarschijnlijk wordt het volgende kabinet een nieuw soort brede coalitie, die een groot deel van Schoofs politiek gaat voortzetten.
Wat er in dit alles mist is precies een klassenalternatief, een revolutionair alternatief voor centrum-rechts, centrum-links en demagogen zoals Wilders die het vacuüm vullen.
Er is een enorm vacuüm op links. De SP is licht gegroeid maar weet dit met haar reformistische politiek (met chauvinistische elementen) niet op te vullen. Dit terwijl we op het economische vlak een nieuwe golf van klassenstrijd hebben gezien in de laatste jaren. Het ontbreekt niet aan strijdbaarheid, wel aan een politiek alternatief.
Vroeg of laat zal dit vacuüm gevuld worden door bepaalde krachten. De communisten in Nederland zijn hier nog te klein voor. Niettemin moeten we als communisten bouwen aan een werkelijk revolutionair klassenalternatief voor zowel Wilders als de liberalen en centrum-links. Enkel door de industrie, infrastructuur, vastgoed en grond in gemeenschappelijke handen te krijgen, kunnen we plannen en produceren in het belang van de meerderheid en iedereen een goed leven bieden.