In een periode waarin de kwestie van intimidatie en geweld tegen vrouwen, femicide in het bijzonder, steeds meer in de spotlights is komen te staan in Nederland, is de gruwelijke moord op de 17-jarige Lisa het symbool geworden van dit probleem.
Intimidatie en geweld tegen vrouwen zijn overal. Op scholen en universiteiten; in het uitgaansleven; op straat en in parken; maar ook juist in de huiselijke sfeer. Van pesterijen en betastingen, tot aanranding en verkrachtingen, tot moorden.
Reactie vanuit de samenleving
De moord op de 17-jarige Lisa, die na een avondje uitgaan in Amsterdam op weg naar huis werd vermoord door dezelfde man die waarschijnlijk ook de week ervoor een andere vrouw seksueel misbruikt had, heeft geleid tot een golf van woede.
Een post van schrijfster Nienke ‘s Gravemade over het opeisen van de nacht, met de hashtag #rechtopdenacht ging viral, en leidde ook tot de campagne “Wij eisen de nacht op”. Interviews van kranten en televisieprogramma’s met jonge vrouwen en meisjes op uitgaansavonden gaven een duidelijk beeld van hoe structureel het probleem is van intimidatie, betastingen, dat je moet opletten dat er niets in je drankje gedaan wordt.
Het is zo’n ‘normaal’ feit dat veel mensen dit als onvermijdelijk zien, dat bij velen de gedachte “wat deed zo’n 17-jarig meisje daar zo laat alleen?” door het hoofd ging, om daarna gevolgd te worden door schaamte, door “hoe kan ik zo denken?”
Niet alleen het opeisen van de nacht, wat zeer belangrijk is, maar ook de bredere kwestie van geweld en intimidatie tegen vrouwen radicaliseert nu veel (vrouwelijke, maar ook mannelijke) jongeren. De terugkeer van de actiegroep Dolle Mina, die demonstraties organiseert rond vrouwenrechten en tegen geweld, is een teken hiervan.
Femicides
Er wordt in Nederland gemiddeld iedere 8 dagen een vrouw vermoord. Afgezet tegen het aantal inwoners, stond Nederland in 2022 in de top 3 van Europese landen met de meeste femicides (Eurostat).
Terwijl het totaal aantal moorden in Nederland gedaald is in vergelijking met het begin van de eeuwwisseling, is het aantal moorden op vrouwen minder snel gedaald dan dat op mannen.
De daders van moorden op vrouwen hebben een ander profiel dan die bij moorden op mannen. In de periode 2020-24 werden 51,6% van de moorden op vrouwen gepleegd door de (ex-partner), 20% van de moorden door familieleden, en 15,8% door overige kennissen. Slechts 12,6% vond dus plaats door vreemden of onderlinge vetes van criminelen.
Bij mannen daarentegen is het aantal moorden in zijn totaal hoger (76 tegenover 44 in het jaar 2024), maar zijn er veel meer moorden toe te schrijven aan de gevolgen van criminaliteit of ruzies en wraakacties van kennissen. Slechts 17% van de moorden op mannen vindt plaats door de (ex-)partner of een familielid.
Wat betreft de daders van moorden op zowel vrouwen als mannen, is dit in 9 van de 10 gevallen een man. (Alle bovengenoemde cijfers over moorden van het CBS)
De cijfers met betrekking tot moorden op vrouwen laten zien dat er een kwalitatief verschil is; dat deze moorden het ernstigste verschijnsel zijn van de structurele onderdrukking van vrouwen in de huidige maatschappij.
Poging tot racistische afleiding
De felle reacties vanuit de samenleving, vooral deze die het afschilderen als een structureel probleem, hebben bij reactionaire partijen, media en individuen tot hoofdpijn geleid. Zij willen immers altijd cashen als er een moord plaatsvindt, om te pleiten voor meer politie en repressie.
Dat er op tv en in de kranten genoemd werd dat er sprake is van een groter probleem, dat de daders van geweld en intimidatie tegen vrouwen allerlei soorten mannen kunnen zijn, leidde tot een tegenreactie.
Partijen als PVV, BBB, JA21 en FvD, samen met media als de Telegraaf, zijn begonnen met een tegencampagne om de moord op Lisa als het gevolg van ‘open grenzen’ af te schilderen. Het feit dat de verdachte in een asielzoekerscentrum overnachtte en (waarschijnlijk) uit Nigeria komt, wordt gebruikt voor een campagne van opstokerij tegen asielzoekers uit Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Deze racistische campagne heeft als doel om de bewustwording over geweld tegen vrouwen de kop in te drukken en de woede te kanaliseren richting anti-migratie en anti-asiel-politiek.
Waar er in de afgelopen periode oprechte herdenkingen voor Lisa plaatsvonden in de 17e minuut van Eredivisie-voetbalwedstrijden, werd dit bij bepaalde wedstrijden gekaapt door Nederlandse vlaggen mee te nemen en in een paar gevallen zelfs de (door de NSB gebruikte) prinsenvlag.
Rechtse politici proberen elk debat over geweld tegen vrouwen te vervormen door er racistische propaganda van te maken. Op cynische wijze gebruiken ze het leed van slachtoffers om verdeeldheid te zaaien binnen de arbeidersklasse. Hun hypocrisie is nu duidelijker dan ooit: in de meeste gevallen waarin vrouwen slachtoffer zijn van geweld, wordt dit door dezelfde politici genegeerd of in de doofpot gestopt, behalve wanneer er migranten bij betrokken zijn. Dezelfde PVV die tegen verschillende plannen stemde om femicide en geweld tegen vrouwen harder te bestrijden, schreeuwt nu het hardst om maatregelen tegen asielzoekers aangezien de dader van de moord op Lisa in een AZC verbleef.
Voor even proberen rechtse politici zich voor te doen als verdedigers van vrouwenrechten, of zelfs als ‘feministen’. Het probleem met dit rechtse feminisme is dat het losstaat van de klassenstrijd. Daardoor kan het gemakkelijk misbruikt worden voor dit soort reactionaire doeleinden. In plaats van de kwestie van vrouwenonderdrukking te zien als een sociale kwestie die verbonden is met maatschappijverandering door middel van de strijd van de arbeidersbeweging, wordt het herleid tot een kwestie van cultuur of moraliteit.
Dit hebben we eerder gezien bij de invasies van Afghanistan en Irak, waarbij feminisme werd misbruikt als ideologisch wapen, om zogenaamd vrouwen te bevrijden. Vandaag wordt dezelfde methode toegepast om vluchtelingen en migranten te demoniseren. Op korte termijn kan het een bepaald effect hebben en mensen richting de PVV duwen. Steeds meer mensen prikken echter door deze leugens heen, waardoor dit instrument van reactionaire propaganda zijn kracht verliest. Voor vele vrouwen, ook degene met racistische vooroordelen, is het duidelijk dat dit geen probleem is van alleen asielzoekers, maar dat het in de hele samenleving speelt.
Inmiddels hebben de bewoners van het AZC waar de verdachte verbleef, een stille tocht gehouden voor de vermoorde Lisa. Daarbuiten zien we een hele reeks marsen in allerlei Nederlandse steden, om zich uit te spreken tegen geweld tegen vrouwen.
Jonge vrouwen en mannen staan op
Onderdeel van de beweging zijn ook symbolische fietstochten in de avond (georganiseerd door de Dolle Mina’s) door stadscentra om het probleem aan te kaarten en de nacht op te eisen. Sommige van deze fietstochten zijn op schandalige wijze door groepen mannen, dronken of niet, aangevallen. Meerdere vrouwelijke deelnemers hebben aangifte gedaan vanwege seksuele intimidatie tijdens en na de fietstocht. Dit laat alleen maar zien hoe groot het probleem is.
Sommigen roepen op tot meer politie bij deze marsen, en/of in het algemeen op straat, om vrouwen te beschermen. Hoewel we uiteraard iedereen die slachtoffer is geworden, adviseren om z.s.m. aangifte te doen, moeten we hier een kanttekening plaatsen.
Uit een onderzoek van Plan International uit 2023 geeft slechts 1 op de 10 meisjes aan aangifte van een ongewenste seksuele ervaring te hebben gedaan. Van de meisjes die naar de autoriteiten stapt, werd ruim een kwart (27%) niet serieus genomen. 15% van hen werd afgeraden aangifte te doen. Dit wijst op een structureel probleem van seksisme binnen het politieapparaat.
Oproepen om meer politie op straat te brengen lossen niets op zolang vrouwen niet eens serieus genomen worden. Uit onderzoek binnen het Rotterdamse politiekorps vorig jaar bleek bovendien dat er niet alleen sprake is van wijdverspreid racisme, maar ook van seksisme en seksueel grensoverschrijdend gedrag, zowel tegenover collega’s als op straat. Het is dan ook duidelijk dat we ons vertrouwen niet kunnen leggen in een instituut dat hoofdzakelijk de belangen van de heersende klasse dient en in de kern reactionair is.
Dit alles is zeker niet bemoedigend. De waarheid is dat deze beweging dan ook alleen op haar eigen krachten kan rekenen. Tijdens demonstraties als deze moet de ordedienst serieus worden georganiseerd. Het is nodig om haar te organiseren uit politiek onderlegde mensen die in staat zijn om de mars met zo min mogelijk incidenten te laten verlopen, maar tegelijkertijd beschikken over middelen ter zelfverdediging als demonstranten worden geïntimideerd of aangevallen. Wij zijn voor vreedzame demonstraties, maar we moeten ons ook kunnen verdedigen als dat nodig is. De opvatting dat we niet met geweld mogen reageren op geweld omdat we dan even slecht zijn als de aanvaller, is een traditioneel idee van de heersende klasse dat niet thuishoort in de beweging van onderdrukte en uitgebuite groepen.
Tegelijkertijd is het fundamenteel om de beweging uitbreiden en de strijd te brengen naar scholen, universiteiten, werkplekken. De bredere arbeidersbeweging moet worden opgeroepen om de vrouwenbeweging te verdedigen en te versterken. We zullen dan wel zien of er nog lafaards zijn die van plan zijn om opnieuw aan te vallen!
Waar komt dit probleem nu eigenlijk vandaan?
De hele kwestie van ongelijkheid tussen man en vrouw, en het geweld tegen vrouwen, speelt wereldwijd. We hebben hier niet te maken met een “cultureel probleem” (hoewel er zeker een culturele dimensie is), maar met een kwestie die diep ingeworteld is in de klassensamenleving. En het is van groot belang om te begrijpen waarom dat zo is.
Zonder te begrijpen waarom geweld tegen vrouwen bestaat, is er geen oplossing mogelijk. Vaak wordt gedacht dat dit simpelweg komt doordat mannen van nature sterker en gewelddadiger zijn. Dit was ook het standpunt van een aantal radicale feministen in de jaren zestig en zeventig. Shulamith Firestone stelde bijvoorbeeld dat vrouwen door hun biologische rol altijd een ondergeschikte klasse waren. Betty Friedan beweerde dat mannen slachtoffer waren van een ouderwets mannelijkheidsideaal “waardoor ze zich onnodig zwak voelden als er geen beren te doden waren”, dus dan maar vrouwen... In beide gevallen wordt geweld gezien als iets dat zogenaamd “in de natuur van de man” ligt.
Deze redenering werd ook herhaald door reactionaire figuren zoals Jordan Peterson, die beweerde dat mannen gewelddadig worden als zij geen seks krijgen. Daarmee worden de huidige sociale verhoudingen simpelweg teruggeprojecteerd op de hele menselijke geschiedenis. Maar het verleden was niet een minder ontwikkelde versie van nu: er bestonden samenlevingen zonder structureel geweld tegen vrouwen. Zo toonde onderzoek naar de San in Zuid-Afrika aan dat huiselijk geweld daar vrijwel onbekend was. Ook bij de Bison Horn Maria in India komen verkrachting en seksueel geweld niet voor. In dit soort gemeenschappen, zonder klassen en privébezit, golden andere sociale verhoudingen waarin vrouwen bescherming vonden in hun uitgebreide families.
Met het ontstaan van privébezit veranderde dit ingrijpend. In het oude Sumerië werd overspel bijvoorbeeld zwaarder bestraft dan verkrachting, en vrouwen golden als eigendom van hun vader of echtgenoot. Friedrich Engels wees er in De oorsprong van het gezin, van de particuliere eigendom en van de staat op dat de onderdrukking van vrouwen samenvalt met de opkomst van privébezit, dat vanaf het begin in handen van mannen lag. Mannen moesten zekerheid hebben over hun nageslacht om hun bezit te erven, waardoor strikte monogamie werd afgedwongen en de seksualiteit van vrouwen werden onderdrukt. Het werk van mannen leverde economische overschotten op waarmee het patriarchaat ontstond als gevolg van deze klassenverdeling.
Zo werd de vrouw in de nieuwe familieorde gereduceerd tot huisslaaf van de man. De ideeën die daarbij hoorden, rechtvaardigden deze onderdrukking – zoals in de christelijke scheppingsmythe, waarin Eva wordt afgeschilderd als oorzaak van alle zonde en ellende.
We kunnen de gevolgen van deze eigendomsverhouding tot op de dag van vandaag nog steeds zien. Ondanks dat in geavanceerde kapitalistische landen na decennia van strijd nu min of meer geaccepteerd wordt dat vrouwen gelijke rechten hebben, verdienen vrouwen gemiddeld minder inkomen, zijn ze oververtegenwoordigd in het uitvoeren van huishoudelijke en zorgtaken, en zijn ze nog steeds het slachtoffer van intimidatie en geweld door mannen die menen recht te hebben op het lichaam van vrouwen. Zelfs in de meest ‘liberale’ landen wordt er anders gekeken naar het seksuele gedrag van vrouwen dan dat van mannen, met afkeer van de te ‘losbandige’ vrouw. Duizenden jaren van klassensamenleving hebben hun stempel gedrukt op de maatschappij.
In het tijdperk van kapitalistisch verval zien we niet alleen hoe bezuinigingen op zaken als zorg vrouwen het hardst raken, maar ook hoe delen van de heersende klasse reactionaire standpunten promoten over het terugdraaien van het recht op abortus. Jonge mannen en jongens die in deze tijden van onzekerheid over de toekomst opgroeien, worden slachtoffer van reactionaire politici en social media persoonlijkheden zoals Jordan Peterson en Andrew Tate, die hun uitleggen dat al hun problemen veroorzaakt worden door ‘feminisme’ en de verbeterde omstandigheden van meisjes en vrouwen.
Revolutionaire strijd
Wat er met Lisa is gebeurt is iets waar elke vrouw continu voor vreest. Dit is geen manier van leven en we moeten dit niet accepteren. Genoeg is genoeg. Femicides zijn een zorgwekkend symptoom van een terminaal ziek systeem. We steunen de nieuwe generatie vrouwen en mannen die opstaat tegen gendergerelateerd geweld.
Uiteraard steunen we iedere progressieve hervorming om geweld tegen vrouwen in te perken. Denk bijvoorbeeld aan: meer verplichte aandacht voor geweld en femicide in het onderwijs; hervormingen in het strafrecht; het betrekken van comités van vrouwen bij de (her)inrichting van de publieke ruimte; betere verlichting in de publieke ruimte; meer investeringen in blijf-van-mijn-lijfhuizen. Vrouwen moeten daarnaast zichzelf beter kunnen beschermen tegen aanvallers, door een versoepeling van de wapenwetgeving waardoor zaken als pepperspray niet meer verboden zijn.
Kleine hervormingen lossen diepgaande sociale problemen echter niet op, helemaal geen duizenden jaren oude problemen die verbonden zijn met de klassensamenleving zelf. De nadruk moet liggen op hoe de kwestie van ongelijkheid en geweld tegen vrouwen verbonden is met de hele kwestie van privébezit en kunstmatige schaarste in de samenleving.
Culturele veranderingen in hoe mannen (en vrouwen) naar vrouwen kijken, kunnen enkel gepaard gaan met een gezamenlijke strijd voor een betere wereld, voor een communistische wereld waarin we het gezamenlijk geproduceerde overschot gebruiken in het belang van alle vrouwen en mannen – met woningen, zorg en onderwijs en een goed leven gegarandeerd voor iedereen. Wanneer iedereen een goede levensstandaard heeft en uitbuiting verdwijnt, is de materiële basis voor vrouwonvriendelijke ideeën kleiner. Door de geschiedenis heen zien we ook hoe door de gezamenlijke strijd mannen meer respect krijgen voor vrouwen, zoals bij de Britse Mijnwerkersstaking van 1984.
Zelfs de bovengenoemde hervormingen zijn lastig te realiseren zonder systeemverandering. Bezuinigingen dwingen gemeenten ertoe om te besparen op straatverlichting en het snoeien van het groen in de openbare ruimte. Het woningtekort maakt het moeilijker om vrouwen in beschermde woningen te krijgen, naast dat het al voor het probleem zorgt dat vrouwen lastiger weg kunnen bij gewelddadige partners.
Laten we daarom blijven strijden: tegen geweld tegen vrouwen, voor het recht op de nacht, maar ook het recht op de dag, en het recht van iedereen op de door ons allen geproduceerde rijkdom.
De nacht is van ons allen, de dag is van ons allen, de rijkdom van de samenleving is van ons allen!
Weg met seksisme en geweld tegen vrouwen, weg met de klassensamenleving!