Twee maanden na de Provinciale Statenverkiezingen, welke tot de opkomst van het Forum voor Democratie leidden, zijn er weer nieuwe verkiezingen: de Europese verkiezingen. Op 23 mei mogen Nederlandse stemgerechtigden hun keuze maken voor de afgevaardigden in het Europees parlement.
Voor Nederland zijn er 26 of 29 zetels te verdelen, afhankelijk van het verloop van de Brexit-procedure. Duitsland daarentegen heeft 96 zetels te verdelen, Frankrijk 74/79 en Italië 73/76. De stemuitslag hangt dus grotendeels af van de stemmingen in de grote lidstaten van de EU.
De Europese Commissie steunt al jaren in het Europees Parlement op een coalitie van de Europese Volkspartij (waartoe CDA behoort), de Europese 'Socialisten' (PvdA) en ALDE (zowel VVD als D66). De afgelopen 5 jaar hebben we echter een proces van politieke polarisatie gezien, waarbij het politieke midden in veel landen is gekrompen en er beide ter linker- en rechterzijde nieuwe machten zijn opgestaan, die het politieke evenwicht bedreigen. Van de grote staten zijn het vooral Frankrijk en Italië die veel instabiliteit kunnen leveren via de opkomende verkiezingen.
Hoewel het Europees Parlement een vrij machteloos orgaan is en enkel samen met de Raad van Ministers (dwz, met de nationale regeringen) kan beslissen over EU-beleid, zou een nederlaag voor de 3 grote fracties vooral ook een morele nederlaag zijn. Het zou tot een crisis leiden binnen de Europese instituties.
De rechtse nationalisten weten zich het beste af te zetten tegen de EU. Zij gebruiken de onvrede van een deel van de arbeidersklasse en middenklasse om te ageren tegen de EU als bron van al het kwaad. Dit is het verdienmodel van Le Pen, Wilders en Baudet. Dit zijn een stel reactionairen die geen oplossingen hebben. Ze willen niet breken met het kapitalistische systeem, maar pleiten voor een nostalgische terugkeer naar een mythisch verleden dat nooit heeft plaatsgevonden, gemengd met vreemdelingenhaat en autoritaire maatregelen.
Forum voor Democratie pleit op demagogische wijze voor een Nexit-referendum, door het voor te doen alsof de 'gewone Nederlander' door een Nexit vooruit zou gaan. Het Nederlandse kapitalisme is echter zo sterk geïntegreerd in het Europese kapitalisme en de Europese markt, dat een Nexit enkel tot dezelfde soort chaos zou leiden als hetgeen we nu zien in Groot-Brittannië. De Europese lijsttrekker voor het FvD is Derk Jan Eppink, een voormalig medewerker van VVD-Eurocommissaris Frits Bolkestein en voormalig Europarlementariër voor de Vlaamse Lijst Dedecker. Gezien zijn verleden is hij een conservatief die tegen arbeidersrechten strijdt. Niets voor de 'gewone man' dus.
Tegenover de opkomst van rechtse demagogen, hebben we de laatste jaren in Europese landen ook andere uitingen van onvrede gezien bij verkiezingen, ter linkerzijde. We zagen de opkomst van Jeremy Corbyn binnen de Britse Labour Party, de opkomst van Podemos in Spanje, La France Insoumise in Frankrijk en de PVDA in België. Dit toont aan dat linkse partijen wel degelijk kunnen groeien in de huidige omstandigheden.
Slechts een van deze partijen, Labour, is lid van de sociaaldemocratie S&D-fractie. Het is de vraag hoeveel zij daar kan betekenen, in deze fractie die een steunpilaar van de Europese Commissie is. De leider (Spitzenkandidat) van S&D is Frans Timmermans, een carrièrepoliticus van de PvdA die we nog goed herinneren van kabinet-Rutte II.
De meeste van deze opkomende linkse partijen zijn verbonden aan de GUE/NGL-fractie, welke zeer heterogeen is. Er is geen sprake van een gecoördineerde strategie van hoe te strijden tegen de EU, met een duidelijk socialistisch alternatief voor de EU. In plaats daarvan werken de partijen vooral losjes samen. Het oprichten van een echt gecoördineerd strijdverbond van deze linkse partijen en het Britse Labour, met een strategie hoe gezamenlijk te vechten tegen pro-kapitalistische maatregelen, zou een hele stap vooruit zijn.
Vanuit de SP, de Nederlandse partij in de GUE/NGL-fractie, zien we een campagne die verwarrend is. Net als met het klimaatstandpunt, wil de partij het 'genuanceerde' geluid laten horen, door ergens tussen de nationalisten en 'eurofielen' in te staan. Ze pleit voor minder macht naar Brussel, terug naar de 'oorspronkelijke visie van vrede en samenwerking' en meer autonomie voor sociaal beleid, in plaats van uit te leggen dat Brussel een orgaan is van het Europees kapitalisme, en dat Europese integratie nooit plaatsvond vanuit een 'vredesideaal', maar als een poging van de heersende klassen in Frankrijk, Duitsland, Italië en de Benelux-landen om zich te versterken via een gemeenschappelijke markt. Ze schept zo illusies in de politieke instituties van de natiestaat, terwijl het overduidelijk is dat regeringen als Rutte III met meer nationale bevoegdheden niet opeens een sociaal beleid gaan uitvoeren.
Naast de retoriek van minder Brussel, is de SP recentelijk ook in de weer met een campagne tegen arbeidsmigratie uit andere landen, en zaait zij angst over 'uitkeringstoerisme uit Polen' omdat Poolse arbeiders hun (wettelijk opgebouwde) WW-rechten gebruiken. Dit soort chauvinisme schaadt de internationale solidariteit van de linkse partijen en vakbewegingen, die er nodig is in de strijd tegen het Europa van de banken en multinationals. Het maakt de SP een vlees-noch-vispartij, want de chauvinistische stemmers zullen toch wel kiezen voor de PVV of FvD, terwijl de meer internationaal georiënteerde jongeren zullen worden verleid tot GroenLinks.
De banken en grote bedrijven opereren internationaal. Ze zijn de kleine Europese staatjes ontgroeid. De enige manier om hun macht te bevechten, is door een internationale strijd van de arbeidersbeweging, voor een socialistisch alternatief voor de EU.