Met de verkiezingswinst van de PVV en de groeiende populariteit van Thierry Baudet, waarschuwen sommigen ter linkerzijde voor een 'wedergeboorte van het fascisme'. Hoewel we de grootst mogelijke tegenstanders zijn van de racistische haatzaaierij van Wilders en Baudet, zijn we het niet eens met deze analyse. Als Marxisten vinden we het belangrijk om een serieuze analyse te geven en die niet te vervangen door bangmakerij en overdrijvingen.
Tijdens de verkiezingen in maart van dit jaar groeide de aanhang van Geert Wilders, maar ook van de nieuwkomer Thierry Baudet die twee zetels wist te bemachtigen in de Tweede Kamer. Dit werd alarmerend ontvangen door miljoenen mensen binnen, maar ook buiten Nederland. Samen met de verkiezing van Donald Trump en de opkomst van Marine Le Pen tijdens de Franse verkiezingen, waarschuwden sommigen voor een ‘wedergeboorte’ van het fascisme. Als Marxisten, vinden we het belangrijk om een serieuze analyse te geven en die niet te vervangen door bangmakerij en overdrijvingen.
Behalve de opkomst van de hierboven genoemde politici, zijn er nog vele andere rechtse partijen in Europa die aan het groeien zijn. Daartegenover zien we vaak binnen de liberale en radicale kringen dat deze individuen en bewegingen worden beschreven als fascistisch. Ook aan de linkerkant is deze beschrijving overgenomen. Een voorbeeld zijn de slogans die tijdens de demonstraties worden geroepen, zoals: “Stop Geert Wilders! Toen niet, nu niet, nooit meer fascisme!”. Dit geldt ook voor de demonstraties tegen Trump en Le Pen. Natuurlijk zijn we voor een tegengeluid tegen fascisten, maar deze hysterie over de “opkomst van fascisme” is erg alarmistisch en laat een volledig verkeerd begrip zien van de echte situatie waar we mee te maken hebben. De term “fascist” wordt te makkelijk gebruikt als een vorm van scheldwoord tegen allerlei reactionaire politici, in plaats van om een nuchtere beoordeling te geven van de situatie. Dit brengt ons tot de vraag: wat is het fascisme precies? En wanneer kan het aan de macht komen?
Lessen uit de geschiedenis
Het fascisme ontstond in Italië onder leiding van Mussolini aan het begin van jaren ‘20, om zich daarna naar meer landen te verspreiden, zoals Spanje en Duitsland. Duitsland, met Hitler als bekendste fascistische dictator, is het belangrijkste voorbeeld en zal daarom hier verder worden beschreven. We kennen allemaal het verhaal van de jongen die wolf riep. Wanneer het echte gevaar verschijnt, zal niemand het geloven. Deze fout werd gemaakt door de Duitse Communistische Partij tegen het einde van de jaren '20. Ze beschreven elke kapitalistische partij als “fascistisch” en maakten geen enkel onderscheid. Erger nog, ze beplakten zelfs het label van fascist op reformistische arbeidersorganisaties zoals de SPD, en noemden hen “sociale fascisten”. Dit bracht zoveel verwarring onder de Duitse arbeidersbeweging dat het resulteerde in een splitsing binnen de arbeidersklasse, die hierna ten onderging aan de macht van Hitler. Dit terwijl een verenigd front van arbeidersorganisaties het fascisme had kunnen stoppen.
Trotski’s analyse van het fascisme is hierbij ontzettend belangrijk. Hij maakt een duidelijk onderscheid tussen de reactionaire staatsvormen en wat de kenmerken van het fascisme zijn. Die vinden we terug in het voorbeeld van Duitsland in de jaren '30. Trotski beschreef dat de oorsprong van het fascisme lag in de situatie in Europa voordat Hitler aan de macht kwam. De Russische Revolutie van 1917 had invloed op vele landen in Europa, waaronder ook Duitsland. De Duitse revolutie vond als gevolg plaats in 1918, maar door het verraad van de reformistische SPD ontstond er een contrarevolutie. Het bijna verliezen van hun macht was een grote schrik voor de bourgeoisie (de heersende klasse).
De kleinburgerij, die voornamelijk bestaat uit winkeleigenaren, vakmannen en grote boeren, was geruïneerd door de oorlog en de latere crises van 1923 en 1929. Hierdoor was zij vatbaar voor fascistische retoriek voor orde, en wilde ze een einde aan de chaos van stakingen, demonstraties, etc. De leiding van de werkende klasse had zelf gefaald een socialistisch alternatief te bieden aan de kleinburgerij en hierdoor had de bourgeoisie de mogelijkheid om die te overtuigen tot het fascisme als oplossing voor hun problemen. Dit resulteerde in het einde van de georganiseerde arbeidersbeweging. Het risico op nog een poging tot revolutie was veel te groot. Om dit volledig uit te sluiten werden hun rechten afgepakt; vakbonden werden verboden, hoofdkantoren werden zelfs afgebrand, communistische en socialistische partijen en linkse nieuwsbladen werden allemaal aangevallen. De kleinburgerij was de klasse die Hitler naar voren bracht als oplossing en hem heeft gesteund, niet de werkende klasse. Zoals Trotski zei: “De echte basis (voor fascisme) is de kleinburgerij”.
De crisis van de kapitalistische staat
Het is duidelijk dat deze kenmerken niet gelden voor Trump, Le Pen en Wilders. Ze kunnen wel fascistische sympathieën hebben, zoals Baudet en zijn partij Forum voor Democratie, die volgens de Nederlandse Volksunie (NVU)-voorman Constant Kusters zelfs met de organisatie heeft samengewerkt. Echter, deze politici zijn niet uit op een fascistische dictatuur of zelfs als ze dat waren, zal het ze niet lukken om de georganiseerde arbeidersbeweging stuk te slaan (met name om een revolutie te voorkomen). Zij vinden vooral hun aanhang in een achtergesteld deel van de arbeidersklasse. Een deel van de kleinburgerij steunt de rechtspopulisten, met name de middenstanders die gericht zijn op de nationale markt. Echter, deze politici zijn niet het meest geliefd onder de kapitalisten. Zij zagen liever Hillary Clinton winnen, en wilden daarnaast geen Frexit en Nexit waar Le Pen en Wilders voor pleitten. De kapitalisten houden het liever bij de centrumpartijen of gewone rechtse partijen, wat meer stabiliteit zou brengen dan de versterkte polarisatie die zich nu aan het ontwikkelen is.
Een dictatuur zou in deze tijden eigenlijk meer stabiliteit bieden voor de bourgeoisie dan deze turbulente tijden binnen de democratie, waarom kiest de heersende klasse daar dan niet voor? Om die vraag te beantwoorden is het belangrijk te begrijpen dat de keus niet snel naar een dictatuur gaat als regeringsvorm, omdat een ‘democratisch’ systeem (met een verscholen dictatuur van de banken en grote bedrijven) een veel goedkopere en stabielere staatsvorm is dan een ‘open’ dictatuur. Vooral het fascisme is riskant. Als een land namelijk fascistisch wordt, betekent dit niet enkel dat de vormen en methoden van regeren veranderen, maar vooral dat de arbeidersorganisaties grotendeels gebroken worden. Er wordt een systeem van administratie opgezet dat diep geworteld is in de massa’s en alle onafhankelijke acties van de werkende klasse onmogelijk maakt. Het fascisme komt dus alleen voort uit een kapitalistische crisis, wanneer het gevaar voor een socialistische revolutie zo groot is geworden dat dit als laatste redmiddel overblijft. Zoals Trotski zei: “Op een ogenblik dat de “normale” politionele en militaire middelen van de burgerlijke dictatuur, samen met hun parlementaire rookgordijnen, niet langer volstaan om de samenleving in een staat van evenwicht te houden, wordt teruggegrepen naar een fascistisch regime.”
In de jaren '20 en '30 maakte de klasse van de kleinburgerij een veel groter deel uit van de maatschappij dan hedendaags. De werkende klasse is nu veel groter en sterker dan ooit, dit komt ook door de afname in boeren. Volgens de database van NationMaster bijvoorbeeld maakten de boeren in Duitlsand in 1930 21% uit van de arbeidskrachten, tegenwoordig is dat maar 2.8%. De banen die toen behoorden tot de middenklasse, zoals bankmedewerkers, ambtenaren en docenten zijn ook steeds meer geproletariseerd. De studenten, die voor de oorlog overweldigend fascistische sympathiën hadden, staan nu sterk aan de kant van de werkende klasse en zijn links georiënteerd.
Voor het zegevieren van fascisme of van een reactionaire dictatuur is er een bepaalde balans van de klassen nodig. Hedendaags is deze balans dus niet in het voordeel voor het fascisme, het zal hierom te riskant zijn om nu voor het fascisme te kiezen, omdat het enorme woede zou uitlokken en oppositie van een sterke werkende klasse.
Gebrek aan socialistisch alternatief
Echter, dat Trump, Le Pen en Wilders geen fascisten zijn, betekent natuurlijk niet dat er op dit moment geen fascisten bestaan. Recent hebben we nog het incident gezien in Charlottesville in de Verenigde Staten, waar een fascist met zijn auto inreed op een groep antifascistische demonstranten en daarbij een dode en 19 gewonden heeft veroorzaakt. Deze fascisten zijn niet officieel verbonden aan Trump, maar door zijn winst is er wel een groeiende zelfverzekerdheid onder de fascistische groepen. Dat is het gevaar wanneer uiterst rechts een podium krijgt en hun racistische taal beschermd wordt onder de norm “vrijheid van meningsuiting”.
Dit kan dus ook in Nederland gebeuren. Mocht Thierry Baudet of Geert Wilders verder aan kracht winnen, dan zal de groei en zelfverzekerdheid bij de fascistische groepen, ook al zijn die niet direct gebonden aan hen, voortgezet worden en hierdoor zullen zij dan vaker linkse demonstraten of minderheden aanvallen of intimideren.
Dit is wat voorkomen moet worden voordat het gaat escaleren. Dit kan alleen door een sterk socialistisch alternatief te bieden aan de werkende klasse, maar dat ontbreekt in Nederland. De SP zou de aangewezen partij zijn om deze rol tot zich te nemen. Maar in plaats van dat de SP een duidelijk tegengeluid laat horen tegen Wilders, houden ze zich stil. Erger nog, ze spreken soms zelfs in zijn taal om zijn eventuele stemmers voor zich te winnen, in plaats van om de jeugd achter zich te krijgen met revolutionaire taal. Dat is een ontzettend grote fout. Niet alleen verliezen ze hierbij hun eigen geloofwaardigheid als ‘socialistische’ partij, maar deze strategie is volledig zinloos gebleken. De PVV er niet kleiner op geworden, maar groter, terwijl de SP een zetel verloren heeft. De voornaamste reden dat mensen stemmen op Geert Wilders is omdat hij zich op demagogische wijze als 'anti-establishment' presenteert, zoals dat door zijn stemmers wordt gezegd: ‘Wilders durft wél iets over het falende systeem te zeggen’. Hij zegt ook "de burgers weer macht te geven", wat ook Baudet beweert te willen doen. De oorzaak van de problemen die de bevolking heeft wordt dan zo onterecht bij de migranten geplaatst, zeker met de vluchtelingencrisis van 2015. Een partij die met een socialistische analyse een sterk alternatief kan bieden aan de werkende klasse ontbreekt. Het risico dat het reformistische gedrag van de SP met zich meebrengt, is dat het rechts-populisme van Wilders en Baudet groter wordt. Er zijn hier meer consequenties aan verbonden dan dat waar de SP perspectief op heeft.
Mocht de aanhang van Geert Wilders, Thierry Baudet of rechts in het algemeen, alleen maar groeien, dan kunnen we dat ook verwachten van de fascistische groepen binnen Nederland. Dit hoeft niet per sé in aantallen, maar zeker in zelfverzekerheid en in sympathisanten. Laten we duidelijk zijn: marxisten zijn geen voorstanders van geweld. We begrijpen dat wanneer de werkende klasse haar eigen kracht realiseert, niks op aarde haar kan stoppen. Een vredige, bloedeloze revolutie is echt mogelijk. Maar we zullen niet stilstaan wanneer onze kameraden beledigd, vernederd, aangevallen, vermoord worden of tot het punt van zelfmoord komen. De arbeidersbeweging moet geweld of dreiging tot geweld met de overweldigende kracht van het verenigde werkende klasse bevechten. Daarbij horen ook solidariteitsstakingen en zelfverdedigingsorganisaties die als beveiligers zullen dienen van onze kameraden.
Vecht tegen het fascisme, vecht tegen het kapitalisme!
Kapitalisme is nu in crisis, de situatie is erg voordelig voor het groeien van revolutionaire ideeën. Demonstraties, manifestaties en andere evenementen zijn nu in een groeiend aantal landen aan de orde van de dag. We leven in een tijdperk waarin we revolutionaire explosies kunnen verwachten. Het zijn deze gebeurtenissen waar we op voorbereid moeten zijn, ook in landen waarin nu relatief weinig gebeurt, zoals Nederland. In een van Trotski’s laatste artikelen geschreven in 1940, geeft hij het volgende advies:
“Geen bezigheid is meer onwaardig dan het speculeren of we erin slagen om een krachtig revolutionaire leiders partij te creëren. Vooruit ligt een gunstig perspectief, die alle rechtvaardiging geeft voor revolutionair activisme. Het is nodig om de mogelijkheden te gebruiken die openstaan en de revolutionaire partij op te bouwen.”
Dit blijft de belangrijkste taak. De perspectieven voor een revolutie hebben nooit zo voordelig gezien dan vandaag de dag. Een sterke Marxistische organisatie is daarom essentieel om op te bouwen en dat is wat we doen. Wanneer de werkende klasse de macht pakt, zal het kapitalisme en fascisme alleen nog maar in de geschiedenisboeken te vinden zijn.